“Werkgevers hebben de handvatten om een gewenste gedragsverandering te realiseren”

We hebben de afgelopen periode veelal vanuit huis gewerkt. Daardoor hebben we ook een andere invulling gegeven aan onze mobiliteit, met een verschuiving van zakelijke mobiliteit naar mobiliteit met een meer vrijetijds karakter als gevolg. Hoe kijkt werkend Nederland aan tegen mobiliteit nu we weer meer naar kantoor gaan? En welke rol is er voor werkgevers weggelegd om hier richting aan te geven? We vroegen Henry Steenbergen, Project Lead Rabo Electric bij Rabobank en Sectorbankier Transport, Logistiek en Mobiliteit, hoe hij aankijkt tegen de huidige mobiliteitstrends.

Blijvende veranderingen vs. het ‘oude’ normaal

Uit eerder gepubliceerd onderzoek van Toogethr blijkt dat werknemers voornemens zijn om, nu de meeste coronamaatregelen achter ons liggen, gemiddeld nog 2,8 dagen per week naar kantoor te komen, vergeleken met de 4,1 dagen die het voor corona waren. Volgens Henry Steenbergen is thuiswerken meer geaccepteerd, maar zal kantoor voor een grote groep nog steeds een belangrijke functie hebben. “Maar ondanks het feit dat thuiswerken zeker blijvend is, moeten we niet vergeten dat werken ook een sociale bedoening is. Mensen willen elkaar fysiek blijven ontmoeten of gewoon even weg zijn van huis. Niet iedereen heeft namelijk de luxe van een ruime werkkamer.”

Henry Steenbergen verwacht dan ook dat de ‘bijproducten’ van naar kantoor gaan, zoals de files en drukte in de binnensteden, gewoon weer zichtbaar worden. Hij plaatst echter wel een kritische kanttekening bij het onvermogen om hier wat aan te doen. “Waar ik mensen nog te weinig over hoor is dat we meer moeten doen aan peak shaven. We kunnen wel weer naar kantoor gaan, maar we moeten eens met elkaar af gaan spreken dat we dat verspreid over de dag doen. Files komen namelijk door piekbelasting. Laat je je kantoorpersoneel de eerste uren thuis werken, dan heb je al veel minder druk op het wegen- en ov-netwerk en sta je minder in de file. Probleem daarbij is dat we zo vasthouden aan onze vaste patronen dat ik bang ben dat dit niet snel verandert.”


Mobiliteit en onze blik op duurzaamheid

De resultaten uit het recent door Toogethr gepubliceerde mobiliteitsonderzoek onderstrepen zijn woorden. Want slechts 4% van de ondervraagden, van wie de woon-werksituatie niet is veranderd, is de afgelopen periode anders gaan reizen. Daarbij komt ook nog eens dat de verhoudingen in de keuze van het vervoermiddel vrijwel onveranderd lijken te zijn. Met de auto is voor 75% van de ondervraagden namelijk nog steeds de manier om naar kantoor te reizen, gevolgd door de (elektrische) fiets (31%) en het openbaar vervoer (13%).


Veel werknemers zijn bereid over te stappen naar duurzamere manieren van vervoer, mits gefaciliteerd door de werkgever.


Volgens Henry Steenbergen komt het gebrek aan verandering voornamelijk door de manier waarop we naar duurzaamheid kijken en de keuzes die daaruit voortkomen. “Er is een groep mensen die vinden dat het te druk is op de weg, maar wel accepteren dat ze in de file staan. Dat geeft aan dat ze niet per se willen veranderen. En degenen die wel bereid zijn om over te stappen naar duurzame, vitale alternatieven als de elektrische fiets, willen wel dat het door de baas gefaciliteerd wordt. Werkgevers hebben daarmee de handvatten om een gewenste gedragsverandering te realiseren, door thuiswerken te bevorderen en duurzaam reizen met de elektrische fiets onder werknemers te stimuleren.” Van de ondervraagden geeft inderdaad 36% aan de elektrische fiets te gebruiken wanneer deze door de werkgever beschikbaar wordt gesteld.


Breed inzetten op het gebruik van de fiets

Hoe kunnen werkgevers dan het beste tegemoetkomen aan de behoeften van hun werknemers? Henry Steenbergen denkt met name dat de huidige trend om het gebruik van de auto te ontmoedigen hierin een bepalende factor kan spelen, ook al lijken de cijfers daar vooralsnog niet op. “Ik verwacht toch dat de auto over het hoogtepunt heen is. Je ziet bijvoorbeeld dat auto’s binnenkort de binnensteden van de grote steden al niet meer in komen en bedrijven die steeds vaker van hun leaseauto’s af willen. Zo worden we er toch steeds meer toe gedwongen om ons op de fiets te bewegen. Ik denk dat we daarom vol gaan inzetten op de fiets.”

Volgens hem vraagt de route naar duurzame keuzes van werkgevers eń werknemers om een geïntegreerd pakket aan afspraken en maatregelen, gericht op het verminderen van piekbelasting en een shift in het gebruik van duurzame, alternatieve manieren van vervoer. “Maak duidelijke afspraken over thuiswerken en zet daarnaast mobiliteitsbudget in als incentive. Je kan het gebruiken voor je reis naar kantoor, maar werk je veel thuis dan mag je het niet gebruikte mobiliteitsbudget houden. Verder zijn mensen heus wel bereid uit de auto te komen. Maar dan moet je de alternatieven wel aantrekkelijk maken en faciliteren. Bevorder je als bedrijf bijvoorbeeld het gebruik van de elektrische fiets, zorg dan ook dat je ze op kunt laden en kunt stallen. Veel parkeergarages bij grote bedrijven zijn groot en leeg, terwijl de meeste fietsenstallingen klein en overvol zijn. Neem mensen ook mee in je beslissingen en laat zien wat hun voordeel is van die beslissing, niet alleen in geld maar zeker ook in vitaliteit. Tot slot, durf als bedrijf te stoppen met de leaseauto’s, wees niet bang voor de gevolgen. Mensen blijven echt niet meer alleen bij je werken voor die auto.”


Ben je benieuwd naar de resultaten van ons onderzoek en wil je meer bevindingen lezen van vooraanstaande mobiliteitsexperts? Download de whitepaper en lees alles over de mobiliteit van werkend Nederland.